![]() Ze leefde in een tijd waarin men dacht dat insecten uit stof ontstonden. Maria Sybilla Merian werd geboren in het jaar 1647 en stierf in 1717. Ze was niet alleen een vrouw die haar dromen achterna ging, maar ook een kunstenares. Met haar tekeningen bracht ze nauwkeurig in beeld hoe een rups veranderde in een vlinder. Daarmee was zij een van de eersten die vastlegde hoe die metamorfose verliep. Haar nieuwsgierigheid, die ze met zoveel van haar tijdgenoten deelde, bracht haar helemaal naar Suriname. Ze is een opmerkelijke vrouw. Ze kwam uit Duitsland, kreeg daar twee dochters en trok toen via het Friese Wieuwerd naar Amsterdam. Rond die tijd scheidde ze van haar man, ook niet echt gebruikelijk voor een vrouw in haar tijd. Maar gebruikelijk is niet een woord dat past bij Maria Sibylla Merian. Toen ze op het schip naar Suriname stapte was ze de vijftig al gepasseerd. Nu hoor ik je denken: dat valt toch wel mee? Maar in de tijd van Merian was je op je zestigste al bejaard. Mensen werden niet zo oud als vandaag de dag. In de 17e eeuw lag de dood elke dag op de loer. Er waren bijvoorbeeld nog geen vaccins en een groot deel van de kinderen stierf voor hun eerste verjaardag. Haar jongste dochter ging met Merian mee. Vanuit Amsterdam staken ze de Zuiderzee over naar Texel. Daar gingen ze met een konvooi aan schepen naar West. Bijna twee jaar is Merian in Suriname gebleven. Ze verzamelde insecten die ze in Europa niet eerder hadden gezien en kreeg daarbij hulp van Indianen en slaven van de plantages waar ze verbleef. Volgens de overleveringen nam ze een Indiaanse vrouw mee terug naar Amsterdam, een 'Indianin'. Deze vrouw zonder naam heeft - met al haar kennis - Merian vast geholpen bij het vastleggen van de eigenschappen van de insecten en planten uit Suriname. De honger naar het-niet-eerder-vertoonde was groot in Europa. Hebben wij Facebook en Instagram, zij hadden herbergen waar je tegen een kleine vergoeding bijzondere dieren kon bekijken. Zo stond herberg Blaauwe Jan in Amsterdam in het laatste deel van de 17e eeuw bekend om de kleine dierentuin in de achtertuin. Hierin werden tropische vogels en wilde dieren gehouden. In herberg De Witte Oliphant hadden ze een krokodil en leguanen. De droom van Sibylla Merian moet groot zijn geweest, aangezien de reis naar Suriname vol gevaren was. Piraterij, epidemieën en giftige insecten in West werden veel mensen fataal. Inez van Dullemen heeft een boek over het leven van Merian geschreven. In een van de scenes beschrijft ze dat Merian buiten zit en haar voeten laat controleren. In Suriname leefden namelijk zandvlooien die een gaatje in je voet boren, het liefst onder je nagel en daar hun eitjes leggen. Als je die eitjes niet weghaalt voor ze uitkomen, heb je al snel een bult krioelende maden onder je huid. Met een dodelijke infectie als gevolg. Maar Sibylla Merian maakte haar droom waar: een boek waarin ze verhaalde over haar observaties in Suriname. Metamorphosis insectorum Surinamensium, ofwel Verandering der Surinaamsche insecten. Het verscheen voor het eerst in 1705 en is vorig jaar voor de zoveelste keer opnieuw uitgegeven. Je zou er jaloers op worden.
2 Reacties
Jenny
11/4/2021 09:12:02 pm
Hi Nine,
Antwoord
Nine
11/4/2021 10:03:08 pm
😇😊🦋
Antwoord
Laat een antwoord achter. |