Maria; in het Hebreeuws is haar naam ‘Mirjam’ en dat betekent ‘opstand’, ‘rebellie’, maar ook ‘bitter’. ‘Mirjam’ was een veel voorkomende naam in de tijd van Maria. Waarschijnlijk niet om de betekenis, maar om de profetes Mirjam die met haar twee broers Israël uit Egypte had bevrijd. Want daar verlangde het volk Israël in de tijd van Maria intens naar: verlossing van de onderdrukking van de Romeinen. Net als Mirjam stond ook Maria aan het begin van een bevrijding. Niet van een volk, maar van de hele mensheid.
Waarschijnlijk is Maria nog jong als haar leven in het kleine, gezapige Nazareth wordt opgeschud door het bezoekje van de engel Gabriël. Dikke kans dat ze een tiener is, ergens tussen de twaalf en de zestien jaar. Eerst zegt de engel dat ze niet bang hoeft te zijn, omdat ze genade heeft gevonden bij God. Dan vervolgt hij met de bekende woorden: ‘En zie, u zult zwanger worden en een zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal zijn einde komen.’ Grote beloften zijn het. Geweldige beloften voor een jong meisje dat in een land woont dat zwaar onderdrukt wordt door de Romeinen. Maar er is een probleem. Maria is niet getrouwd. Toen ik opgroeide was het binnen de gemeente waar mijn ouders deel van uitmaakten ook nog redelijk een schande als je zwanger raakte terwijl je niet getrouwd was. Of dat voor Maria ook zo was, is niet bekend. Sommige bronnen beweren dat seks, in de tijd dat Jozef en Maria leefden, was toegestaan als een koppel eenmaal in ondertrouw was. Anderen beweren dat dat niet zo. De Bijbel vertelt het niet. Het is in elk geval een probleem als je trouwplannen hebt en zwanger raakt van een ander. Toch heeft God voor deze weg gekozen. En Maria, die net zo had kunnen tegenstribbelen als Mozes, Jeremia en Zacharia voor haar hadden gedaan, zei: ‘Laat met mij gebeuren wat U wilt.’ Dat maakt haar buitengewoon. Maria laat Gods plannen en Gods beloften zwaarder wegen dat het oordeel van de mensen. Hoe moeilijk is dat! Hoe zit het met mij? Ik wil ook zo graag dat mensen mij aardig vinden, dat ze me niet raar vinden of gewoon stom. Diep vanbinnen wil ik er graag bij passen. Als ik alleen al het gevoel heb dat ik niet serieus word genomen, komt er al een hoeveelheid stoom uit mijn oren dat heel Friesland in nevelen hult. Maria stemde in met Gods plan. Ook al bracht het haar in moeilijkheden. Ook al betekende dat dat er een zwaard door haar ziel zou gaan. Hoe ver ben jij bereid te gaan voor Gods grote plan? PS Leuk weetje: De Talmoed, die honderden jaren na Christus, op schrift is gesteld, waarschuwt voor de leringen van Jezus. Eigenlijk best mooi, want daardoor vertellen deze geschriften dat Jezus echt bestaan heeft. Waarom zou je anders voor Hem waarschuwen? Bij een van deze waarschuwingen wordt ook verteld dat Maria kapster was. En dat ze alleen vrouwen knipte. (Dus kapsters, wees trots op je beroep!) Deze blog is ook verschenen op Sestra.
0 Reacties
Bescheiden, dienstbaar en op de achtergrond. Vaak lijken deze kwaliteiten het meest gewaardeerd te worden in vrouwen. Onze hele samenleving is beïnvloed door de eeuwenoude gedachte dat vrouwen minder zijn dan mannen. En als je in diverse kerkelijke gemeenten om je heen kijkt, is het alsof dat idee uit de Bijbel komt. Maar is dat wel zo?
Het dagboek Buitengewone vrouwen zoals jij duikt in de levens van vrouwen uit de Bijbel. Stuk voor stuk zijn het vrouwen die niet op de achtergrond bleven. Hagar vluchtte bijvoorbeeld weg van haar meesteres, maar na een bijzondere ontmoeting met God, ging ze terug. Hanna eiste een kind van God en Tamar, die helaas door menselijke kortzichtigheid als ‘hoer’ de geschiedenis is ingegaan, sliep met haar schoonvader om wettige kinderen te kunnen krijgen. God zegende deze vrouwen. Vooral Tamar vind ik echt zeer bewonderingswaardig. Ik word zelfs boos als mensen haar associëren met hoererij. Tamar verkléédde zich als een hoer; dat is een wezenlijk verschil. Ze had niet als doel om met elke man te slapen die haar geld of goederen bood, ze had één man op het oog. Haar schoonvader. En ze ging zeer wijs met hem om, ondanks dat hij haar slecht behandelde. Dat Juda een hoerenloper was, ligt dicht bij de waarheid. Maar ook hij verandert door het verhaal heen en God maakt Tamar en hem voorouders van de Messias. De vrouwen in de Bijbel zijn niet alleen moeders en echtgenotes, ze doen van alles. Meer dan je denkt. Zo deelde Debora orders uit aan Barak en leidde het volk Israël. Toen de nacht al gevallen was, nam Ruth als eerste initiatief voor een huwelijk door aan de voeten te gaan liggen van de man die ze op het oog had. Een gewaagde actie voor een vrouw alleen. Wat als iemand buiten Boaz haar gezien had? Haar reputatie zou aan diggelen zijn geweest. Dan zijn er nog profetessen: Mirjam, Hulda, Debora, Jesaja’s vrouw, Anna en de vier dochters van Fillipus. Seëra bouwde diverse steden en de moeder van koning Lemuel, Anna en Priscilla gaven onderwijs uit Gods Woord. Ook zijn er legio vrouwen die collega’s waren van Paulus: Euodia, Syntyche, Junia, Febe, Tryfena, Tryfosa, Persis, enzovoort. In de blog '25 Bijbelse rollen van Bijbelse vrouwen' kun je meer lezen over hun uiteenlopende en soms verrassende activiteiten. God houdt van vrouwen. Voor Hem doen we ertoe. Ik ben ervan overtuigd dat Hij ons wil gebruiken, en dan niet in een bijrol of ergens op de achtergrond, maar helemaal. We zijn niets minder dan mannen en ook niets meer, dat is wat de Bijbel vertelt. Allemaal – man en vrouw – roept God ons op om elke dag meer te gaan lijken op Zijn Zoon, Jezus. Ik bid dat dit dagboek je zal helpen de eerste stap te zetten op de weg daarnaartoe. Want – zelfs als je er diep vanbinnen nog niet van overtuigd bent – God heeft ook jóú buitengewoon gemaakt. Laatst las ik het jongste boek van Kate Bowler in een ruk uit. Everything happens for a reason, and other lies I’ve loved, zo heet het. Niet lang nadat Kate moeder is geworden, krijgt ze te horen dat ze ziek is en nog maar kort te leven heeft. Een hartverscheurend verhaal van het soort waar er te veel van zijn in onze wereld.
Het is zo’n boek waarbij je af en toe vergeet om te ademen. Ze stelt vragen en constateert dingen die ertoe doen. Het raakt me. Dit bijvoorbeeld: Every day I prayed the same prayer: God, save me. Save me. Save me. Oh God, remember my baby boy. Remember my son and my husband before You return me to ashes. Before they walk this earth alone. I plead with the God of Maybe, who may or may not let me collect more years. It is a God I love, and a God that breaks my heart. Ze beschrijft hoe mensen reageren op haar ziek-zijn. Sommigen geven tips. Anderen beweren dat God wil dat zij, Kate, iets leert, dat alles gebeurt met een reden. Nog weer anderen vergelijken allerlei tragedies met elkaar en proberen haar ziekte te minimaliseren. Waarom doen we dat? Een van de dokters zegt op een gegeven moment tegen Kate: ‘We zitten allemaal in de terminale fase.’ Met andere woorden: we gaan allemaal dood. Toch doen we net alsof het leven eeuwig is en vaak krijg ik ook het idee dat we tragedies gretig herleiden naar de persoon die het overkomt. Zodat er een reden voor is, zodat we ons kunnen terugtrekken in onze fictieve veiligheidsbubbel die ons influistert: jou overkomt dit niet. Het is een leugen. Rond mijn zestiende ben ik flink ziek geweest. Ik viel af, mijn lange haar – mijn trots – werd elke dag dunner, ik kon de trap niet meer op komen zonder daarna tien minuten te moeten bijkomen. Het werd zo erg dat ik ’s avonds bij het slapen gaan, wenste niet meer wakker te worden. De dokter controleerde mijn bloedsuiker en constateerde meteen: suikerziekte. Ik vind het lastig om dat hier op te schrijven, omdat ik de reacties van mensen op die ziekte nog hoor en ik er nog steeds niet goed raad mee weet. Zo legde ik eens aan iemand uit wat de ziekte inhield. Ze riep uit: ‘Wat ben je dan kwetsbaar.’ Zij had niet in de gaten dat zijzelf misschien maar een beetje minder kwetsbaar is. Gezonde mensen hebben dat wel vaker. Helaas hebben we allemaal een lichaam dat op een dag gaat falen. Niet alles gebeurt met een reden. En ja, het kan jou ook overkomen. Lijden is moeilijk om mee om te gaan. Ik denk dat het zich afspeelt in een groot, grijs gebied, dat gekenmerkt wordt door niet-weten. Mensen die de luxe hebben om hun fictieve veiligheidsbubbel jaar in, jaar uit in stand te kunnen houden, vind je daar niet. God is daar. De God van Wie ik houd en Die onze harten breekt. Of, zoals Kate schrijft (over Goede Vrijdag): We have fallen in love with a God Who abandons His Child to die, a Son Who begs for His own live but, seeing it cannot be helped, gives Himself over to His murderers. He seemed like He would save them all, but on this day He just hangs there off the wood He has been nailed to. Dit artikel is met toestemming van Marg Mowczko overgenomen van haar website. De links in deze blog leiden naar Engelstalige artikelen. Sommige christenen hebben een beperkte kijk op wat gelovige vrouwen kunnen doen en zijn. Deze kijk is gebaseerd op de Bijbel, tenminste dat denken ze. Hun visie op de gelovige vrouw heeft zelfs een naam: Biblical Womanhood. Deze christenen zijn van mening dat gelovige vrouwen bedoeld zijn als echtgenotes, moeders en huisvrouwen. Of ze denken dat dit de eerste en meest belangrijke rollen zijn die vrouwen kunnen vervullen. Maar is dat echt wat de Bijbel vertelt? Hieronder staat een lijst van functies en activiteiten die de vrouwen uit de Bijbel vervuld en ondernomen hebben. Het zijn andere dan die van echtgenote en moeder. Ik heb er voor gekozen om me niet uit te laten over deze functies en activiteiten. Zo hoop ik dat je ontdekt dat niet alle vrouwen uit de Bijbel zo beperkt werden en passief waren als wij geneigd zijn te geloven. Belangrijk is ook om te vermelden dat de Bijbel over al deze vrouwen positief spreekt. Ongeacht wat wij van hen of hun daden denken.
De cultuur en gebruiken van het hedendaagse westen zijn heel anders dan de cultuur en gebruiken van het Midden-Oosten en de Griekse-Romeinse wereld van het Oude en Nieuwe Testament. Deze verschillen zou men moeten meenemen als men probeert Bijbelse principes uit te leggen voor vandaag de dag. Niet alles wat in de Bijbel verteld wordt, heeft een universele, tijdloze of nuttige toepassing. Wat wel een tijdloos principe is, is dat mannen en vrouwen zich door Jezus zouden moeten laten leiden. We zouden Zijn karakter moeten najagen. We zouden de vruchten van de heilige Geest moeten laten zien en ze moeten inzetten. Zo kunnen we actief onze families zegenen, de kerk en Gods hele koninkrijk. Bovendien zouden we dit op heel veel verschillende manieren moeten kunnen doen. Daarbij is het belangrijk om voorzichtig te zijn zodat we elkaar niet begrenzen, verstikken of juist passiviteit promoten. Ik ben geen Bijbelse vrouw. Ik ben een volgeling en dienaar van Jezus Christus en ik word meer en meer veranderd naar Zijn beeld. De vrouwen uit de Bijbel zijn geen belangrijke rolmodellen – Jezus Christus is dat wel. Zijn er nog andere functies en activiteiten van vrouwen die bij deze lijst horen? Ik ben geen Bijbelse vrouw. Ik ben een volgeling en dienaar van Jezus Christus. Over Marg Mowczko
Marg Mowczko woont in het noorden van Sydney, Australië, in een huis die ze deelt met drie generaties van haar familie. Ze gelooft intens dat als wij in Christus zijn we deel uitmaken van een nieuwe schepping en onderdeel zijn van een gemeente waar oude sociale paradigma’s van hiërarchieën en kasten- of klassensystemen geen plek hebben (2 Korinthe 5:17, Galaten 3:28). Marg heeft een BTh van het Australian College of Ministries en een MA met specialisatie in de vroege Christelijke en Joodse studies van de Macquarie University. “Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.” Nadat Jezus was gestorven aan het kruis, daalde Hij af naar het dodenrijk. Net als elke sterveling voor zijn tijd. In een apocrief boek* heeft een schrijver een poging gedaan te verhalen over wat daar toen gebeurd is. Het relaas raakt me. Wat denk jij, zou het allemaal echt gebeurd zijn? In het dodenrijk waren wij, alle mensen die vanaf het begin van de schepping gestorven waren. Opeens, midden in die duisternis, ging als het ware het zonlicht op. Het schitterde en wij werden verlicht en zagen elkaar. Jesaja herinnerde zich: ‘Ik heb geprofeteerd over het volk dat in duisternis wandelt en een groot licht zal zien.’ (Zie Jesaja 9:1.) Vervolgens stapte Johannes de Doper naar voren. Hij vertelde: ‘Ik heb de wegen voor de Zoon van God recht gemaakt en aan het volk boetedoening tot vergeving van de zonden verkondigd. Ik heb Hem gedoopt in de rivier de Jordaan en zag de heilige Geest als een duif op Hem komen.’ De aartsvaders en de profeten werden blij van alles wat ze van elkaar hoorden, Satan en Hades** merkten dat de mensen in het dodenrijk onrustig werden door het licht. Ze wisten dat Jezus, uit het geslacht van de Joden, zichzelf Zoon van God noemde. Satan beklaagde zich tegenover Hades: 'Alle mensen die ik krom had gemaakt en blind en mank en melaats en alles wat er nog meer aan ziekten en beperkingen is, die genas Hij alleen al door een woord. En ik had velen klaar gemaakt om begraven te worden, maar ook die liet Hij alleen door zijn woord weer tot leven komen!' Ze wisten dat deze Jezus gestorven was en zich binnenkort bij het dodenrijk zou melden. Toch verkeerde satan wel in de veronderstelling dat de hij de Zoon van God wel kon vasthouden in het dodenrijk. Hij wreef in zijn vuile klauwen. Hades was hier niet zo zeker van. Angstig vertelde hij over die keer dat Lazarus door een woord van Hem weer levend was geworden: ‘En de eerder aan mij ontrukte Lazarus lijkt mij geen goed voorteken, want niet als een dode, maar als een adelaar vloog hij bij mij weg.’ Een stem als de donder onderbrak hun discussie: ‘Opent uw poorten, o heersers, en rijst omhoog, gij eeuwige deuren, en dan zal de Koning van de heerlijkheid binnenkomen.’ Waarop Hades snel de demonen de opdracht gaf de ijzeren en bronzen poorten goed te beveiligen. De aartsvaders en de profeten begonnen te spotten met Hades en zijn trawanten. Vervolgens klonk nogmaals de stem: ‘Opent de poorten!’ Hades deed net of zijn neus bloedde en zei: ‘Wie is die Koning van de heerlijkheid?’ De engelen van de Heere antwoordden: ‘De Heere, geweldig en machtig, de Heere sterk in oorlog!’ Op dat moment werden de bronzen poorten verbrijzeld en de ijzeren grendels vernietigd. Al de gebonden doden werden losgemaakt van hun boeien en wij met hen. En de koning van de heerlijkheid kwam binnen als een Mens en de gehele duisternis van de Hades werd verlicht. Vanzelfsprekend waren Hades en satan zeer ongelukkig met deze ontwikkelingen. Terwijl zij elkaar van alles verweten, strekte de Koning van de heerlijkheid zijn rechterhand uit en greep de voorvader Adam en deed hem opstaan. Vervolgens draaide Hij zich om en sprak tegen de anderen: ‘Hierheen met Mij, gij allen die door de boom, waarnaar hij greep, hebt moeten sterven. Want zie, door het hout van het kruis doe Ik u weer opstaan!’ Hij nam hen mee en steeg uit de onderwereld omhoog, naar de plaats waar God woont. * Dat apocriefe boek is 'Enige Nieuwtestamentische Apocriefe geschriften II, Handelingen van Pilatus, Brieven van en aan Pilatus, Pilatus' dood'.
** In de Griekse Mythologie is Hades de god van de onderwereld, de schrijver van de apocriefe boek was daar blijkbaar van de op de hoogte. In dit verhaal wordt hij als persoon neergezet, maar ook als het dodenrijk zelf. Van Maria van Magdalena weten we eigenlijk niet veel. Toch wordt ze geregeld genoemd in de vier evangeliën. En vaak als eerste. Maria kwam uit Magdalena. Verder vertelt de Bijbel dat er zeven demonen bij haar weggenomen zijn en dat ze een trouwe volgeling van Jezus de Messias is geweest. De stad waar Maria vandaan kwam was een bloeiende vissersstad aan het Meer van Galilea. Hier werden grote hoeveelheden vis ingepekeld en in vaten opgeslagen. Daarna werden ze vervoerd naar allerlei plaatsen in het Romeinse Rijk. In Magdalena kenden ze ook de kunst van het vis roken. Sommige mensen denken dat Maria een eigen visrokerij of een kleine scheepswerf heeft gehad. Zij kon immers Jezus dienen met haar eigen bezittingen (Lukas 8: 2 en 3). In de tijd van Jezus had een vrouw geen rechten, alleen via haar vader of haar man. Vrouwen stonden op hetzelfde niveau als kinderen en slaven. Ze konden bijvoorbeeld niet als getuige worden gehoord in een rechtszaak. Wat zij zagen en hoorden telde niet mee. Weduwe Dat Maria ruim twee jaar met Jezus heeft meegereisd doet vermoeden dat ze een weduwe is geweest. Zolang een meisje niet getrouwd was, viel ze onder de autoriteit van haar vader. Vaak bepaalde hij met wie zijn dochter zou trouwen. Als ze trouwde, bepaalde haar man haar leven. Natuurlijk waren er ook mannen die hun vrouwen en dochters ruimte gaven, maar dat was zeker niet altijd het geval. Als de man overleden was, mocht de weduwe zelf bepalen of ze weer zou trouwen en met wie. Blijkbaar beschikte Maria over genoeg middelen zodat ze niet per se hoefde te trouwen. Tamar, de schoondochter van Juda, zat bijvoorbeeld in een heel ander pakket. Maria kiest ervoor, net als veel andere vrouwen, om achter Jezus aan te gaan. En dat doet ze vol overgave. Bevrijd De Bijbel vertelt dat Maria is bevrijd van zeven demonen. Lucas noemt dat en Markus ook (16:9). In de Bijbel staat het getal zeven symbool voor heelheid, compleetheid. Het is goed mogelijk dat Maria gebukt ging onder psychische en/of lichamelijke moeiten en dat Jezus haar volledig heeft bevrijd. Al vroeg in Jezus’ bediening wordt Maria zijn volgeling. Ze wordt voor het eerst genoemd in Lukas 8. Johannes de Doper is dan nog in leven, Jezus heeft De Twaalf uitgekozen, heeft de bergrede gehouden en een jongeman uit Naïn tot leven gewekt. Maria blijft bij Jezus. Apostel Maria wordt vaker genoemd dan veel van De Twaalf. Volgens sommige vroege kerkschrijvers was zij een leider in de vroege kerk. Ze wordt een Apostel voor de apostelen genoemd. Dat is niet voor niets. Maria was erbij toen Jezus op een gruwelijke manier stierf aan het kruis. Samen met andere vrouwen (Matteus 27:55-56, Markus 15:40-41, Lukas 23:49 en Johannes 19:25). Maria heeft gezien hoe Zijn geschonden lichaam in het graf werd gelegd. Ze was kapot van verdriet. Maria was de eerste aan wie Jezus na zijn opstanding verscheen. Hoe bijzonder is dat! Zij die door haar tijdgenoten niet geschikt werd bevonden als getuige, werd door God als getuige gekozen. Maria pakte de slippen van haar tuniek bij elkaar en rende naar de discipelen om het goede nieuws te vertellen. En toen die hoorden dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet (Marcus 16:11). De discipelen denken dat ze kletspraat verkoopt. Misschien omdat ze een vrouw is, misschien ook omdat haar boodschap zo bizar is. Ik vermoed dat beide factoren hebben meegespeeld. Boodschapsters van goede tijding Onze God verscheen als eerste aan vrouwen, Hij groeide in de buik van een vrouw. God kijkt anders naar vrouwen dan de maatschappij in Jezus’ tijd, dan de samenleving waar wij nu deel van uitmaken. Koning David wist het al. Hij zingt in Psalm 68 vers 12: De Heere gaf stof tot spreken; de boodschapsters van goede tijding vormden een groot leger. Hier staat ‘boodschapsters’. Niet elke vertaling heeft het overgenomen, maar in de grondtekst staat inderdaad in het meervoud de vrouwelijke vorm van boodschapper. God heeft een bijzondere roeping voor vrouwen. Maria is ons hierin al voorgegaan. Op een dag vormen we een groot leger!
Tegen de avond, net voor de zomer zal losbarsten, wandelt David over zijn dak. De huizen in Jeruzalem zijn op de berghelling gebouwd die naar beneden loopt het Kidrondal in. Davids oog valt op een vrouw die zich aan het baden is. Ze is heel knap om te zien.
Volgens de Joodse overlevering is Bathseba een bescheiden vrouw die zich aan de reinigingswetten van de Eeuwige houdt. Zonder bewuste actie van haar kant belandt ze in overspel met de koning. In de zachte avond is ze zich aan het wassen op het dak van haar huis. In Israël regent het tussen oktober en april en dat betekent dat aan het begin van de zomer de waterbassins op het dak vol water staan. Waar zou ze zich anders moeten wassen? Bathseba zit niet open en bloot op het dak. Ze heeft zich vast afgeschermd voor de blikken van anderen. Hoe de koning haar kon zien is een goede vraag. Zag hij haar silhouet door een doek? Heeft hij zich in allerlei onmogelijke houdingen moeten wringen om door een kiertje te kunnen gluren? Davids held Een midrasj vertelt dat als David zijn wandelingetje maakt satan in de gedaante van een vogel aan hem verschijnt. David, de strijder en degene die zo goed kan mikken, schiet een pijl naar het dier, maar mist doordat de vogel wegvliegt. De pijl raakt het opgehangen kleed waarachter Bathseba aan het baden is en dat valt naar beneden. Zo ziet David Bathseba. Haar man is de Hethiet Uria, een van Davids helden. In 2 Samuël 23 staat een hele lijst, in totaal 37 mannen. De één is een held omdat hij bij een gelegenheid achthonderd mannen doorstak met zijn speer, een ander omdat hij in een kuil een leeuw doodsloeg. Uria hoort bij deze mannen. Ik weet niet wat Bathseba had kunnen doen waardoor deze geschiedenis anders was verlopen. Ik weet niet hoeveel een vrouw uit het volk in te brengen had als een koning haar iets vroeg. De Bijbel verhaalt in elk geval niet over enig tegengas van Bathseba. Liefde Volgens de Israëlische wet had ze kunnen weigeren, aangezien op overspel de doodstraf stond. Wrang genoeg staat nergens geschreven dat David van Bathseba hield, zoals Jakob die Rachel liefhad en Elkana Hanna. Van Michal, de jongste dochter van Saul, lezen we wel dat ze David liefhad (1 Samuël 18:20). We lezen niets over de gevoelens van David. Wel zoekt hij Jonathan een paar keer op als hij op de vlucht is voor Saul, Michal wordt niet genoemd. Davids liefde voor een vrouw wordt niet beschreven. Zelfs de innige vriendschap met Jonathan wordt beschreven vanuit Jonathan: hij had hem lief als zichzelf (1 Samuël 18:3). Het is ironisch dat David geliefde betekent. Over Bathseba staat alleen dat ze heel knap is om te zien. Blijkbaar is dat genoeg voor David, want hij laat haar naar zijn paleis halen terwijl hij weet dat ze getrouwd is. Vroeg Bathseba er om? Vraagt een vrouw die in een rokje over straat loopt of even glimlacht om seksueel benaderd te worden? Eigenlijk gebeurt met Bathseba hetzelfde als met Sara. Ook Sara was mooi en de farao van Egypte en de koning Abimelech halen haar naar hun bed. Abraham was bang dat ze hem zouden doden als ze hadden geweten dat hij haar man was, precies zoals David met Uria zal doen. Een naam Als de tijd van rouw voorbij is, haalt David Bathseba naar het paleis en trouwt met haar. Blijkbaar voelt hij zich wel verantwoordelijk. Hoe zou het voor haar geweest zijn? Rouwen terwijl je nieuw leven in je draagt, terwijl je omgeving speculeert over wie de vader is? Het lijkt me verschrikkelijk. Het maakt me nieuwsgierig naar haar gevoelens. Voelde ze zich aangetrokken tot David? Voelde ze zich gevleid dat hij haar wilde? Was ze geïntimideerd? Of had ze het idee dat ze de koning niet kon weigeren? Ze lijkt goed op de hoogte van de regels die de Eeuwige heeft gegeven. Dat overspel een zwaar vergrijp is, wist ze vast. Door de zonde van David sterft het kind van Bathseba. Het is niet eens oud genoeg geworden om een naam te krijgen. David troost Bathseba en zij raakt opnieuw zwanger. Weer krijgt ze een zoon. Wat moet dat een moeilijke en mooie tijd zijn geweest. David noemt de jongen Salomo en na al de ellende die Bathseba heeft meegemaakt, vertelt 2 Samuël 12 vers 24: De HEERE had hem lief. Ook de Eeuwige geeft dit kind een naam, namelijk Jedid-Jah, wat betekent ‘omwille van de HEERE’. Daarmee zegt Hij: dit kind hoort bij Mij. Wat moet dat een troost zijn geweest voor Bathseba. Salomo's moeder Salomo, de tiende zoon van David, en de zoon van Bathseba, wordt de volgende koning. Hij is een voorloper van de Messias. Volgens de Joodse overleveringen heeft zijn moeder hem veel geleerd over de God van Abraham, Izak en Jacob. Uit eigen ervaring weet ze hoe verwoestend de gevolgen van zonde zijn. Uit eigen ervaring kent ze ook de genade die de Eeuwige liet zien toen Hij Salomo een naam gaf. Vanavond is de vijfde dag van Chanoeka, het feest van de lichtjes. Vandaar dat deze blog gaat over Judit, een rijke weduwe uit Betulia. Hoewel niet zeker is of zij tijdens de opstand van de Makkabeeën heeft geleefd, is het boek Judit verbonden met Chanoeka. Waarschijnlijk omdat beide verhalen gaan over wonderlijke overwinningen van Israël over machtige tegenstanders. Als opperbevelhebber Holofernes met zijn leger neerstrijkt in de vallei vlakbij Betulia, de woonplaats van Judit, snijdt hij de stad af van water en voedsel. Na ruim een maand wordt de situatie echt nijpend. De magistraten van de stad zien de wanhoop van het volk en horen hun klacht en daardoor besluiten ze God nog vijf dagen te geven om hen te redden. Zo niet, dan geven ze zich over. Aanzien Hier verschijnt Judit op het toneel. Haar man is ruim drie jaar eerder overleden door een zonnesteek. Sindsdien kleedt zij zich als een weduwe. Ze is niet hertrouwd en haar man heeft haar grote rijkdom achtgelaten. In de antieke tijd had je als weduwe meer vrijheid dan de meeste vrouwen. Judit mocht bijvoorbeeld zelf kiezen met wie ze zou trouwen, maar ze had ook de keuze om niet te trouwen en zelf haar leven te besturen. Blijkbaar geniet Judit aanzien in de stad, want als ze haar dienstmeisje opdraagt de magistraten te roepen, komen deze bij haar huis. Ze zegt dat ze het niet eens is met hun belofte aan het volk de stad over vijf dagen over te geven. ‘…U moet niet proberen om besluiten af te dwingen van de Heere onze God. God laat zich niet zoals een mens in het nauw drijven, noch kan men aan Hem de wet voorschrijven als aan een mensenkind’ (Judit 8:16). Bij de vijand Vervolgens vertelt ze dat ze een plan heeft. Ze doet haar rouwkleren uit en maakt zich mooi alsof ze naar een feest gaat. Met haar dienstmeisje verlaat ze de stad en daalt de berg af, nagekeken door de mannen. (Dit keert trouwens terug in het verhaal: eerst Judit, dan de mannen.) Vervolgens meldt ze zich bij Holofernes. De vijand is onder de indruk van haar schoonheid en ontvangt haar hartelijk. Judit doet net alsof ze zich bij hen aansluit en zegt dat ze de vrijheid wil hebben om elke nacht naar het ravijn te gaan om tot haar God te bidden. Die krijgt ze. Een paar nachten blijft Judit in het vijandelijke kamp. Als het tijd is voor een feest wordt zij ook uitgenodigd. Holofernes is in zijn nopjes door haar aanwezigheid en drinkt zeer veel wijn, meer dan hij ooit in zijn leven gedronken had (Judit 12:20). Dat had hij beter niet kunnen doen. Als de feestgangers het domein van de opperbevelhebber verlaten hebben, zijn ze in de veronderstelling dat Holofernes de nacht zal doorbrengen met de mooie Judit. De eneuch die zijn huishouden bestiert, sluit de tent van buiten af. Wat als de opperbevelhebber niet zo beneveld was geweest? Judit neemt een groot risico. Zwaar karwei Eerst bidt Judit tot de Eeuwige. Dan pakt ze Holofernes’ zwaard, grijpt de man bij zijn hoofdhaar, bidt nogmaals om kracht en slaat hem in twee keer het hoofd af. Ik heb even gegoogeld op hoeveel kracht er voor nodig is om iemand het hoofd af te hakken en dat is best een zwaar karwei. Natuurlijk speelt de scherpte van het zwaard ook een rol. Het schijnt dat de guillotine is uitgevonden om de doodstraf sneller en humaner uit te voeren, aangezien een zwaard nog wel eens vast kwam te zitten. Judit heeft twee slagen nodig gehad. Blijkbaar was ze sterk en liet Holofernes zijn zwaard regelmatig slijpen. Dat moment tussen de eerste en tweede slag moet bizar zijn geweest. Alleen in de tent, midden in een vijandelijk kamp, bloed – dun door de alcohol – dat spettert en stroomt. Mee in de tas Ze vertrekt niet zonder het afgehakte hoofd. Of beter gezegd: het dienstmeisje. Deze trouwe vrouw wacht buiten de tent op haar meesteres. In Judit 13 vers 9 en verder lezen we: Kort daarna kwam ze naar buiten en gaf het hoofd van Holofernes aan haar kamenier. Deze deed het in haar levensmiddelentas. Dat detail spreekt tot mijn verbeelding. Ik zie de twee vrouwen voor me, eentje een beetje scheef lopend door de best zware tas en de ander mooi aangekleed, maar onder de bloedvlekken. In de bescherming van het nachtelijke duister lopen ze terug naar hun stad, de berg op. Hun lichamen strak door de mengeling van angst en opluchting. Feest De inwoners van Betulia zijn erg blij als ze Judit hebben binnengelaten en zien dat de opperbevelhebber dood is. Magistraat Uzzia prijst haar met bekende woorden: ‘Gezegend bent u, dochter, door de allerhoogste God, meer dan alle vrouwen ter aarde…’ Maar de rol van Judit is nog niet uitgespeeld. Ze bedenkt een plan waarmee de stad weer vrij zal zijn. Het werkt. De vijand vlucht naar Damascus. De hogepriester komt uit Jeruzalem om Judit eer te bewijzen en haar in de naam van de Eeuwige te zegenen. Het vijandelijke kamp wordt geplunderd en daarna is het tijd voor feest. Alle Israëlitische vrouwen kwamen aanlopen om haar te zien; zij prezen haar en voerden ter ere van haar dansen uit; (…) En zij ging voor heel het volk uit en leidde de rondedans van alle vrouwen; de Israëlische mannen volgden, in wapenrusting (Judit 15:12 ev). Judit is geen verhaal over moederschap, over het baren van een uitverkoren kind. Judit laat iets zien van de verborgen kracht in een ieder van ons. Kracht die God wil gebruiken. Voor de fans van Girls In Trouble Music: zij hebben ook een lied gecomponeerd en geschreven over Judit. Dat kun je hier luisteren.
Soms gebeuren er dingen in het leven waardoor ik de moed dreig te verliezen. Zoals een tijdje geleden, toen er brand uit was gebroken in het huis van iemand die een bijzondere plek in mijn hart heeft. Ik zie mezelf nog zitten aan de keukentafel in mijn eigen veilige huisje, net nadat ik gehoord had van de brand. ‘Heer,’ zei ik, ‘geef dat de brand met een sisser afloopt.’
Nadat ik de kinderen weer van school had gehaald, naar dansles was geweest en mijn berichten checkte, las ik dat het hele, prachtige huis verloren was gegaan. Alles was weg. Toen ik later aan degene-die-zo’n-bijzonder-plekje-in-mijn-hart-heeft vertelde over mijn gebed, zei ze: ‘Uiteindelijk is het ook met een sisser afgelopen.’ We lachten wrang. Ja, ze heeft een gezonde dosis humor. Tegelijkertijd vroeg ik me af: God wist toch wel wat ik bedoelde? Of toch niet? Laatst las ik Vurig, gebruik je gebed als krachtig wapen van Priscilla Shirer. Een gebed als wapen, een krachtig wapen nog wel, dat klinkt me als muziek in de oren. Vurig is een prettig leesbaar boek dat je met de neus op de feiten drukt. De strategieën van satan worden kort uitgemeten en daartegenover wordt de waarheid die God is gesteld. Een aangenomen dochter van God. Dat ben ik, dat ben jij. Shirer helpt je om de strategieën van satan te herkennen en te ontmantelen. Want ondanks dat de strijd al dik gewonnen is door de Ene, pakt de vader van de leugen elke kans die hij krijgen kan. Hij strooit ons zand in de ogen. Een paar van de leugens die Shirer noemt zijn dat onze echtgenoot moet veranderen (en dat wij hem daarbij moeten helpen) en dat we pas waardevol zijn als we veel voor anderen doen. Over sommige zaken vind ik haar te optimistisch, bijvoorbeeld de bewering dat je als vrije dochter het door God gegeven inzicht hebt om te weten wanneer God je vraagt om iets te doen en wanneer je met verwachtingen van anderen te maken hebt. Dit inzicht lijkt mij geweldig, aangezien dit voor mij vaak een worsteling is. Wie weet heeft Shirer gelijk en ligt mijn pakje inzicht ergens te verstoffen in een hoekje van mijn hart. Kortom, tips zijn welkom. Shirer behandelt tien gebedsstrategieën voor verschillende terreinen in je leven. Ik noem er een paar: je passie, je gezin, je pijn en innerlijke rust. Het boek is inspirerend om te lezen en kan je zeker verder helpen in de praktische invulling van je leven als een vrije dochter van God. Op de knieën. Ze slaat haar handen voor haar oren als ze de baby hoort huilen en krult zich op op haar mat. Het geluid van het pasgeboren kind snijdt als een slachtmes door haar binnenste. Zes zonen! Lea heeft zes zonen gekregen en haar schoot blijft leeg. Het enige waar zij goed voor is, is andere vrouwen helpen met hun kinderen. Als het gehuil harder wordt, drukt ze haar vingers tegen haar oren. Ze hoort haar eigen bloed stromen en vervloekt het. Waarom blijft het maar stromen? Ze is leeg en ze blijft leeg.
Weer ziet ze de voldane blik van Lea voor zich toen ze het ingezwachtelde jongetje op haar buik had gelegd. Warme tranen stromen over haar gezicht, uit een onuitputtelijke bron. Ze is uit Lea’s tent vertrokken voor Jacob naar zijn jongste zoon kwam kijken. De bewonderende blikken, de wonderlijke eenheid die haar man en haar zus dan vormen, ze kan het niet verdragen. Dan hoort ze Bilha’s stem: “Rachel!” De roep wurmt zich langs haar vingers die haar oren dichtdrukken. Nog harder drukt ze, tot het pijn doet. Even later voelt ze de mat bewegen onder Bilha’s gewicht. Ze gaat achter haar liggen en slaat haar armen om haar heen. De warmte van haar lichaam kan de pijn niet verdrijven. Voorzichtig haalt Bilha haar handen weg bij haar oren. “Ik wist dat je hier was,” fluistert ze. Als Rachel Jacob bij de put ontmoet is het liefde op het eerste gezicht. In elk geval voor Jacob. Omdat hij de vader van Rachel, Laban, geen bruidsschat kan betalen, wil hij zeven jaar voor Rachel werken. En de jaren waren in zijn ogen als dagen, omdat hij haar liefhad (Genesis 29:20). Onvruchtbaar Door Labans listigheid trouwt Jacob eerst met Lea, de zus van Rachel, en daarna met Rachel. Al snel baart Lea de ene na de andere zoon. Rachel niet. Net als Sara en Rebekka is ze onvruchtbaar. Ze wordt jaloers op Lea en in Genesis 30 vers 1 roept ze in haar wanhoop naar haar man: “Geef mij kinderen, en zo niet, dan sterf ik.” Kinderen, vooral zonen, betekenen toekomst en status in de wereld van de zussen. Maar Jacob lijkt geen begrip te hebben voor Rachels pijn. Hij reageert boos: “Neem ik soms de plaats in van God, Die jou de vrucht van de schoot onthouden heeft?” (Genesis 30:2) Verlangen Hij wrijft haar in dat het háár schoot is die dichtzit. Híj heeft tenslotte al kinderen met Lea. Hem onthoudt de Eeuwige geen zonen. Nergens is te lezen dat Jakob de Eeuwige vraagt om de schoot van Rachel te openen. In tegenstelling tot zijn vader Izak die vurig tot de Eeuwige bad in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar (Genesis 25:21). Elke vrouw die verlangt naar een kind en bij wie het lang duurt voor het verlangen vervuld wordt of bij wie dat nooit gebeurt, kent de pijn van dit verlangen. Lea, Bilha en Zilpa, alle drie hebben ze kinderen en de tenten van Jakob moeten gevuld zijn geweest met de geluiden van de acht jongens in allerlei leeftijden. Ik kan me voorstellen dat Rachel zich leeg heeft gevoeld tussen zoveel leven. Liefdesappels In Genesis 30 lezen we dat Ruben liefdesappeltjes vindt, ofwel alruinen. Ze zouden in seksueel opzicht stimulerend werken en de vruchtbaarheid bevorderen. Vandaar dat Rachel de alruinen wil hebben. Ze sluit een deal met Lea en ruilt een nacht met Jacob voor de vruchten. Ondanks dat Rachel de alruinen heeft, raakt Lea zwanger. In rap tempo verhaalt de Bijbel over de geboorte van twee zonen en een dochter. Direct hierna, of misschien gelijktijdig, denkt de Eeuwige aan Rachel. Eindelijk, nadat andere vrouwen haar man in totaal elf kinderen hebben geschonken, is het haar beurt. De Eeuwige bepaalt de tijd, niet de alruinen. Waarom Hij haar schoot nu opent, vertelt de Bijbel niet. Gedenksteen Na de geboorte van Jozef raakt Rachel voor de tweede keer zwanger. De familie trekt van Bethel naar Efrath als haar weeën beginnen. Ironisch genoeg sterft Rachel, die jarenlang gebukt ging onder onvruchtbaarheid, in het kraambed. Het verhaal van Rachel is eigenlijk best treurig. Haar naam zal onlosmakelijk verbonden blijven aan de pijn van onvruchtbaarheid. Ze wordt begraven langs de weg naar Efrath, ofwel Bethlehem. Jacob richt een gedenksteen op bij het graf en deze steen is een herkenningspunt geworden (1 Samuël 10:2). Haar graf is eeuwenlang een plek geweest waar vrouwen samenkomen om te treuren om Rachel en hun eigen onvruchtbaarheid. |
Vrouwen in de BijbelHieronder wat links naar blogs over vrouwen uit de Bijbel:
Sara - Lach met Sara Sara2 - de binding van Izaäk Hagar - zij gaf God een naam Lea - Lea dankte de Eeuwige Rachel - Rachels pijn Tamar - de stoutmoedige Mirjam - Mirjam en het water Rachab - De wijze Rachab Debora - En Debora zong Jaël - De krijger Ruth - De dappere Hanna - Hanna krijgt wat ze wil Michal - Michal hield van David Abigaïl - De ideale vrouw Bathseba - Zij die begeerd werd Esther - De geheimzinnige Judit - De krachtige Maria - De moeder Maria - Hoop (kort verhaal over de moeder van Jezus) Maria - Apostel van de apostelen |